Interview met Bernadette Verhagen
Op 10 februari 2024 treedt het Penta quintet op in de Grote Kerk in Loenen. Om alvast een beetje in de stemming te komen interview ik op 22 januari een van de leden van dit gezelschap, onze plaatsgenoot Bernadette Verhagen, altvioliste. Op het moment van het gesprek is zij in Monaco en spreken we elkaar ‘ouderwets’ via onze mobieltjes.
Je bent nu in Monaco voor optredens, reis jij de hele wereld af om op te treden?
Inderdaad, de laatste zes, zeven jaar zeker. In januari ben ik hier steeds om het met Les Musiciens du Prince-Monaco op te treden. Dit orkest is door Cecilia Bartoli (sopraan) opgericht. Met haar ben ik in Salzburg met Pinksteren en voor de beroemde Festspiele in de zomer en doe ik een wintertour in alle grote steden in Europa. Dit jaar ga ik ook nog naar Wenen en Versailles. Laatst was ik nog in China. Ik speel ook in een Belgisch orkest, waarmee we ook in Frankrijk en Duitsland optreden. Ik voel me bevoorrecht al die mooie plekken te kunnen bezoeken en daar te mogen spelen.
Even rustig thuis…
Eerder sprak ik Esther Atipuley, ook altvioliste en ambassadeur van dit instrument. Wat betekent de altviool voor jou?
Ik ken Esther, onze hartstocht voor de altviool is hetzelfde, we hebben samen nog gestudeerd, maar zij doet andere dingen. Ik leg me toe op kamermuziek en het spelen in orkesten. De altviool bepaalt in een orkest de sfeer, verbindt de violen en de cello’s. In 99% van de gevallen bepaalt de altviool of een stuk in majeur of mineur eindigt. Zelf ben ik ook een verbinder. Daarom organiseer ik ook het Midzomer Muziekzomermuziekfestival aan de Vecht. Noteer de datum voor de editie van dit jaar alvast maar: 16 juni! En kijk op www.muziekaandevecht.nl voor het programma. Ik hou ook heel erg van dat sonore geluid van de altviool, de c-snaar (de laagste klank) is mijn lieveling.
Klopt het dat alle vijf leden van Penta op een eeuwenoud instrument spelen?
Ja, dat klopt. We speelden alle vijf in een orkest in België en we konden het goed met elkaar vinden. De andere altvioliste had al een Rombouts altviool, dat schepte meteen een band. Wij zijn de enige muzikanten op de wereld die nog een altviool van Rombouts bespelen. Via het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds konden we een prachtige cello bemachtigen en later ook een eerste viool. De tweede violiste, die pas bij Penta is gekomen had zelf ook al een Rombouts. Dat maakt dat we alle vijf op een instrument uit rond 1700, van Rombouts dus, spelen, dat is echt uniek.
De vijf eeuwenoude Romboutsen
Bizar dat zo’n oud instrument nog zo geweldig klinkt en hoort de kenner het verschil met een nieuwe altviool?
Ik maak de vergelijking met het wonen in een oud huis. Je trekt erin, je woont er en gaat weer weg, je leent het als het ware een tijdje. Zo zie ik dat ook met een oud muziekinstrument, dat mag ik een tijdje bespelen. Ik wil mijn oude altviool dan ook alleen doorgeven aan iemand die er net zo van geniet om hem te bespelen als ik. Ik wil bijvoorbeeld niet dat hij naar China gaat, hij is onderdeel van het Nederlands erfgoed. Ik speelde een keer in het Rijksmuseum, voor de Nachtwacht. Ik vind het een mooi idee dat Rombouts en Rembrandt elkaar mogelijk gekend hebben, ze zaten met hun ateliers bij elkaar in de buurt. Niet veel mensen zullen het verschil horen, maar onze oude instrumenten mengen heel goed met elkaar, nieuwe violen kunnen soms schel klinken. Ik speelde een keer in een ensemble met vier Stradivariussen en ik voelde me zo rijk, ik viel beslist niet uit de toon met mijn Rombouts. Die noemen ze ook wel de Stradivarius van het noorden.
Hoe kijk jij uit naar het concert van Penta in de Grote Kerk?
Ik kijk hier heel erg naar uit! Het is de tweede keer dat we hier spelen. We wilden in een programma een link leggen tussen opera en kamermuziek. We vroegen de klarinettist Lorenzo Coppola, die hier geweldig in is. Hij kent het hele oeuvre van Mozart uit zijn hoofd. Hem kwam ik ergens in Europa tegen en het klikte meteen. Hij is onze diva en doet alsof hij de zangeres is, in onze programma Pasticcio. Hij praat tussendoor en legt dingen heel beeldend en grappig uit. Hij improviseert ter plekke, dus hij houdt ons ook voortdurend bij de les. Een verhaal vertellen met muziek, dat kan hij als geen ander.
Hoe lukt het jou om na zoveel jaren nog altijd zo gepassioneerd te zijn om oude, maar ook moderne muziek te blijven spelen?
Ik ben gepassioneerd over (klassieke) muziek, dat komt ook door mijn opvoeding. Net als we in Stichtse Vecht oude buitenplaatsen willen behouden wil ik ook dat met muziek en met oude instrumenten doen. Het is ook mijn taal, mijn manier van muziek maken. Klassieke muziek is de basis van alle moderne muziek die er is. Mozart maakte de popmuziek van zijn tijd. De notensystemen uit die tijd gebruikt men nog steeds. Ik ben ervan overtuigd dat we die historie, die basis, moeten bewaken. Het is steeds moelijker om als Penta, om als musicus te blijven bestaan. Het geld is er, maar men heeft het er steeds minder voor over. Dit terwijl is aangetoond dat muziek maken, vooral klassieke, goed is voor de hersenen. Dat geld zeker ook voor kinderen als ze muziekles krijgen of een instrument bespelen. Ze worden er blijere kinderen van.
Ik haal mijn voorliefde voor symfonische rock aan, met als voorbeeld de band Genesis, die zeker ook invloeden van klassieke muziek in zijn nummers verwerkte. Bernadette geeft aan dat de baslijnen van een band als Genesis eigenlijk nauwelijks afwijken van de basso continuo van 600 jaar geleden. We mogen er trots op zijn dat we dit, in onze Westerse wereld, nog hebben en dit mag niet vergeten worden. Het belooft een bijzonder concert te worden op 10 februari in de Grote Kerk.
Fred Nieuwesteeg